In dit filmpje hoor je er meer over.
Veel vrienden om je heen en je toch heel erg alleen voelen. Dat had Gees (17 jaar) drie jaar geleden. Toen ze veertien jaar was, ging het thuis mis. Normaal contact met haar ouders en haar zusje Veerle was niet meer mogelijk. “Ik had altijd ruzie, fysieke conflicten ook. We kwamen steeds verder van elkaar af te staan. Ik voelde me heel alleen, familie is toch het allerbelangrijkst.” Wat toen nog niemand wist, is dat Gees ODD heeft. ODD is een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis die voorkomt bij kinderen. Gees: “Het begon toen ik op de basisschool zat. Op school ging het goed, maar thuis had ik steeds vaker conflicten. Ik zag hoe Veerle gezellig met papa kon ouwehoeren. Dat wilde ik ook, maar mij het lukte niet. Ik werd om alles boos.” Uit huis Toen Gees 14 jaar was moest ze uit huis: “Doordeweeks woonde ik op een groep in Zwolle. Ik was in behandeling, al voelde dat niet zo. Ik had veel vrijheid, kon gaan en staan waar ik wilde. Na een tijdje mocht ik weer naar huis. Maar al snel ging het weer mis. Zo kwam ik bij Pluryn terecht. Eerst ging ik naar een open groep in Eefde, daarna naar een gesloten groep.” Rugzakje op en lopen “In de open groep ging het slechter met me. Ik had schijt aan alles en gebruikte stiekem drugs. Ik was een wegloper. Gewoon rugzakje op en lopen. Mijn vrienden haalden me op. Ik hield mij niet aan de afspraken, daarom moest ik naar een gesloten groep. Daar woon ik sinds december. In het begin mocht ik niet naar buiten, alleen naar de binnentuin. Ik mocht ook geen telefoon. En geen drugs natuurlijk. We hebben een doel gesteld: terug naar papa, mama, Veerle en mijn vrienden. In het begin was ik heel opstandig. Toch ging de knop bij mij om. Ik heb hard gewerkt om erbovenop te komen. Daardoor kreeg ik kreeg steeds iets meer vrijheid. Nu ga ik in de weekends weer naar huis, vanaf oktober ga ik zelfs volledig thuis wonen. Ik maak mijn vmbo dit jaar af en wil door naar de havo.” Dionne “Ik heb veel begeleiding en therapie gekregen. En ik krijg nu ook medicijnen waardoor ik beter kan nadenken en voelen wat ik doe. Op de groep is structuur en duidelijkheid, ook dat helpt me vooruit. Eigenlijk heb ik nog maar weinig ruzie. Wat me het meest geholpen heeft is mijn mentor hier, Dionne. Ze zegt me niet dat ik dingen fout doe, wel legt ze uit hoe het anders had gekund. Dat voelt goed. Dionne komt ook thuis om te leren hoe we anders met elkaar kunnen omgaan.”
Weer thuis “Ik heb iedereen gemist, vooral papa, mama en Veerle. Ze zeggen weleens dat je zus je beste vriendin is, en dat is ook zo! Thuis hebben we nu ook een hond, een puppy, Boy. Mijn moeder wist hoe graag ik dat altijd al wilde. Nu is het thuis rustig genoeg voor een hond. Het is erg dat het zo is misgegaan. Mijn ouders wisten al lang dat er iets niet goed met me was, het heeft lang geduurd voordat ze echt gehoord werden.”