Intermetzo_Gezinshuisouders_Ervaringsverhaal_CHARLOTTE_700x440

"Bij mij wonen kinderen met een verhaal"

Charlotte is gezinshuisouder in De Glind

Op de oprit van Charlotte in De Glind verraadt een personenbusje de aanwezigheid van een bijzonder gezin. Charlotte heeft acht kinderen; vier van zichzelf en vier gezinshuiskinderen. Charlotte: “Gisteren nog gingen we met z’n allen met de bus op pad, even naar mijn moeder, oma voor de kinderen.”

Charlotte is sinds 2004 gezinshuisouder. Met haar partner, drie kleine kinderen en de vierde op komst, vertrok ze vanuit Deventer naar De Glind. Inmiddels runt ze het gezin alleen. Charlotte: “We vingen in Deventer al veel kinderen uit de buurt op. Maar dit was toch wel even anders. De kinderen die bij ons kwamen wonen, zijn ‘kinderen met een verhaal’. We dachten dat we ze wel konden opvoeden, ervaring zat. Maar dit vroeg ook om heel andere vaardigheden. Gelukkig kregen we veel begeleiding. Zeker in het begin leer je heel veel van collega’s en van de gedragswetenschapper en de gezinsbegeleider. Het begin was pittig, maar nu zou ik geen ander leven meer willen.”

Karren vol boodschappen
Dezelfde bus die Charlotte gebruikt om met haar kinderen op pad te gaan, heeft ze ook nodig voor de boodschappen. “Ik haal een paar karren per week, met zo’n groot gezin heb je veel nodig. De kinderen zijn inmiddels ook allemaal groot, de jongste is 12 en de oudste 21. Die eten niet een klein beetje, die eten behoorlijk. Meestal kook ik aardappelen, groente en vlees. En altijd een ijsje toe. Een Cornetto, dat hoort bij ons. Vroeger deed ik veel alleen. Met name in de ochtend en rond het eten zette ik alle zeilen bij. Dat is nu anders. Bij kleine kinderen draait het leven om opvoeding en zorg. Nu de kinderen groot zijn, helpen ze veel mee. Ze helpen ook elkaar. Eigenlijk gaat dat heel goed. Ik ben nu veel meer coach dan opvoeder.”

Vaardigheden
De harmonie in het gezin heeft volgens Charlotte mede te maken met de vaardigheden van een gezinshuisouder: “Je moet heel duidelijk en vlijmscherp grenzen kunnen stellen. En weten waarom kinderen bepaald gedrag vertonen. Eten ze bijvoorbeeld stiekem een zak snoep leeg of komen ze te laat thuis, dan zeg ik ze dat ik boos ben omdat het niet mag. Ik praat ook over waarom het nou gebeurd is. Want jongeren doen niks zonder reden. Soms weet ik even niet wat ik moet doen of zeggen, dan kom ik er gewoon later op terug. Ik kan ook altijd terugvallen op mijn gezinsbegeleider.”

Het kan ook botsen
“Een van mijn kinderen is autistisch. Hij woont hier al vanaf zijn zevende. Hij doet een (groot) appèl op mij, vertrouwt mij. Ik ben een tolk tussen hem en de wereld. Hij heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Toen hij hier kwam, was hij niet zindelijk, at geen groente en werd vaak heel boos. Nu is hij zindelijk, voelt hij emoties aankomen en kan daarmee omgaan. Zijn medicatie hebben we heel erg terug kunnen brengen. Hij durft situaties aan en gaat zelfs de mbo-opleiding Zorg en Welzijn volgen. Hij heeft nog steeds veel zorg nodig, maar de wereld is voor hem zoveel beter geworden.” “Natuurlijk gaat het niet altijd zo goed als met hem,” besluit Charlotte. “We hebben pittige kinderen met bijvoorbeeld autisme en ADHD. Dat kan botsen, ook met mij. En soms moet je accepteren dat iets gewoon niet lukt. Vroeger voelde dat als falen, nu niet meer.”

 

Vragen over vacatures of solliciteren?

Neem contact op met onze recruiters

Bel

Mail