In dit filmpje hoor je er meer over.
Pas een jaar nadat ze is getroffen door een lichte beroerte meldt Kitty zich schoorvoetend aan voor de behandeling van Hersenz bij het NAH-centrum in Tiel van Pluryn. Voor haar gevoel boekt ze tijdens het traject weinig progressie. Het tegendeel blijkt waar als ze niet lang daarna een werkervaringsplaats vindt en de geleerde lessen wel in de praktijk moet brengen.
Het leven van Kitty, op dat moment verpleegkundige in de wijk, staat op 12 mei 2016 even stil als zich symptomen van een beroerte openbaren. “Ik had geen controle over mijn hand en spraak meer, mijn tong en kaak voelden raar. Er was iets mis, maar ik bleef kalm, zoals altijd in crisissituaties. Ik heb de huisarts gebeld, ben zelf ‘op eieren’ naar de ambulance gelopen. Binnen 48 uur waren mijn klachten praktisch verdwenen en mocht ik weer naar huis: gaan met die banaan!”
Mentaal uitgeschakeld Maar dat valt behoorlijk tegen. Kitty: “Ik sliep halve dagen, was mentaal ‘uitgeschakeld’. Alles kostte me meer moeite dan eerst, maar: het ging. Na twee maanden ben ik dan ook weer aan de slag gegaan. Maar werken in de thuiszorg is tempo draaien, snel schakelen, geen fouten maken. Dat lukte niet, dus ben ik ontslagen. Ik raakte in paniek. Kon ik nog ander werk vinden? Wat moest ik met mijn leven? Uiteindelijk heb ik een Specialistisch Verpleegkundige gebeld en uitgelegd wat er aan de hand was. Zij tipte me om contact op te nemen met het NAH-centrum van Pluryn in Tiel.”
Weer tevreden Hoewel Kitty dan nog denkt dat ze relatief weinig mankeert, is ze toch blij dat ze na een intakegesprek met het Hersenz-traject mag beginnen. “Alles komt goed, dacht ik. Niet dus. Ik werd depressief toen ik doorkreeg dat ik écht iets mankeerde. Continu liep ik tegen mijn geheugenproblemen en prikkelgevoeligheid aan. Ook had ik een opmerkelijk korter lontje. Na afloop van het traject was ik boos op mezelf. Ik vond dat ik had gefaald, totaal niet was opgeschoten. Door gesprekken met mijn thuisbehandelaar Tilly begreep ik pas later dat mijn traject samenviel met de rouwperiode om het verlies van de Kitty die ik was. De confrontatie met mijn ‘nieuwe ik’ kon ik dus helemaal niet aan. Dat inzicht heeft me enorm geholpen.”
Hoe anders is Kitty’s situatie nu, mede dankzij haar werkervaringsplaats ‘achter de schermen’ bij ROC Rivor, op de afdeling waar ze eerder tien jaar actief was. “Ik ben het ROC enorm dankbaar. Het ritme van vier dagdelen werken heeft me gered, biedt me de structuur die ik zo hard nodig heb. Dankzij Hersenz weet ik bovendien wat voor mij helpt om het overzicht te bewaren. Stap voor stap win ik mijn zelfvertrouwen terug, nu ik merk dat ik veel dingen nog weet en kan. Natuurlijk heb ik soms last van mijn niet-aangeboren hersenletsel, maar ik kan het een plekje geven, er zelfs om lachen. Ik houd van mezelf zoals ik ben. Eindelijk ben ik weer tevreden.”